door Peer Busink
Weinig mensen weten van het bestaan van deze werkgroep af. Maar zeker een jaar of tien geleden zijn Bart Ketelaars en Geert Matheeuwsen op het landgoed Groenendael begonnen met nestkasten op te hangen.
Daar blijft het niet bij, want het is natuurlijk interessant om dan ook te weten welke vogelsoorten van deze kasten gebruik hebben gemaakt. Om dat te weten, moeten de kasten in de broedtijd gecontroleerd worden.
De nestkasten waarin gebroed is, moeten na de broedtijd worden schoongemaakt. Bij deze tweede ronde worden tevens de nestkasten die door weer en wind in verval zijn geraakt, liefst ter plaatse gerepareerd. Al met al gaan we met drieën minstens twee keer per jaar in Groenendael onze ronde's maken, want ook ik ben een jaar of zeven geleden bij deze werkgroep betrokken geraakt.
Momenteel hangen er een kleine 50 nestkasten, in diverse grootte's en maten bestemd voor allerlei soorten, van pimpelmees de kleinste tot bosuil de grootste bewoner.
De broedresultaten in de kasten in 2018 waren:
koolmees (18x) gekraagde roodstaart (1x)
pimpelmees (10x) bonte vliegenvanger (1x)
boomklever (2x) holenduif (1x)
boomkruiper (1x)
Elk jaar zijn er wel verrassingen, zoals twee jaar terug een kerkuil met twee jongen in een bosuilkast, vorig jaar een holenduif en nu zit er in dezelfde kast een bosuil met twee jongen.
Hoezo, doorstroomwoning.
Het landgoed werd ca.150 jaar geleden heringericht in de Engelse landschapsstijl. Sinds die tijd is het bos weinig veranderd, dat is te zien aan vele oude bomen (voornamelijk beuk) die op het landgoed staan. Gedurende de tijd ontstaan in oude bomen gaten en nissen, waarvan vogels gebruik maken om er in te nestelen en dat gebeurt in dit bos ook.
Alle genoemde vogelsoorten die in de nestkasten hebben gebroed, zijn natuurlijk ook holenbroeders.
De vraag kan gesteld worden of het dan nog wel wenselijk is om nestkasten te plaatsen als er 'genoeg' natuurlijke holtes zijn.
Gezien de hoge bezettingsgraad van de broedsels elk jaar in de nestkasten (ca. 70%), mag mijns inziens geconcludeerd worden dat ook in een oud loofbos de vogelpopulatie door kunstmatige nestaanbieding significant wordt verhoogd. Als er maar voor iedereen genoeg voedsel aanwezig is, want dat bepaalt tenslotte de leefbaarheid in het bos.