Meestal leeft die schimmel onzichtbaar onder de grond of onder boomschors. Het netwerk aan schimmeldraden krijgt bovengrondse uitlopers waar paddenstoelen groeien en die zien we. Ze zijn onmisbaar in de natuur want zonder zou het maar een rommeltje zijn. Paddenstoelen zijn namelijk opruimers, vuilnismannen. Ze ruimen bladeren, hout, dode wormen op. Schimmels maken ook voedsel voor planten en bomen, ze zijn vrienden. Maar ze kunnen ook levende, vaak zwakke bomen aanvallen, vijanden. Tijd om te gaan zoeken naar paddenstoelen. Met een spiegeltje onder de hoed kijken of je streepjes of buisjes ziet, daar zitten de sporen, de zaadjes van een paddenstoel. Goed te zien bij buikzwammen die een wolk aan sporen geeft. En met de zoekkaart de naam van de paddenstoel achterhalen. We zagen veel verschillende paddenstoelen: de aardappelbovist, honingzwam, elfenbankje, boompuist, koraalzwam, parelstuifzwam, geelwitte russula, zwavelkopjes, melkzwam, eekhoorntjesbrood, berkenzwam, cantharel (hanenkam), rodekoolzwam. Een geslaagde zoektocht.
Terug op het honk was er nog een smakelijke verrassing, voor iedereen een appel en een bordje gebakken paddenstoelen. Mmm, lekker, smullen maar. Het was weer een leuke en leerzame ontdekkingsreis door de natuur.