Op de paardenbloemen zagen we de aardhommel met zijn wit kontje en de donkere variant van de akkerhommel. Spinnetjes, kevers, een naaktslak, wormen, kikkers, een gaasvlieg. En diertjes met mooie namen: de zilvervlekdansvlieg en de pinksterbloemlangsprietmot. We proefden veld- en schapenzuring en ook brandnetel, gezonde wilde groenten uit de natuur. En nog even slootjespringen. Over de sloot, in de sloot; met je laarzen vast blijven plakken in de modder.
Op zoek naar twee verschillende vruchten van een naaldboom, van een den en van een spar, om te gaan darten. Cirkels in de grond, wie gooit de meeste punten? We schakelen onze zintuig ‘zien’ uit en gaan geblinddoekt bomen herkennen; wie vindt de boom terug met de andere vier zintuigen (welke zijn dat ook alweer)?
Weer bij het honk eerst nog wat onkruid uit de moestuin verwijderen en dan groenten planten: pompoenen, courgettes, tuinbonen (thuis gekweekt). En ook bloemzaadjes gezaaid. Laat de zon (en af en toe regen) maar komen zodat de groenten gaan groeien en de bloemen gaan bloeien. Als we niet vergeten om regelmatig het onkruid eruit te halen, wordt onze moestuin vast en zeker een succes!
